Sri Lanka | |||||
|
Lucia en Phillip de Graaff | ||||
HOME :: | |||||
|
|||||
|
Sri Lanka 3 Had ik mijn regenpak maar meegenomen. Wat een regen elke keer. Het zijn niet altijd tropische buien maar de regen is wel zo dicht dat je in no time kletsnat bent. Bij een echte tropische bui ben je na een paar meter in de open lucht al doorweekt. We waren alweer vroeg uit de veren en vanuit de ontbijtzaal zagen we de apen over het dak rennen.
Buiten zagen we nog een mooie ijsvogel waarvan we er later nog vele zouden spotten.
Rond lunchtijd arriveerden we in het hotel. Lucia was met een paar mensen uitgestapt om te gaan shoppen. Ik was eerst naar het hotel gereden omdat ik de camera’s in de kamer wilde neerleggen met de airco aan. De luchtvochtigheid was zo hoog dat hier en daar de apparatuur ging opspelen. Ik vertrok om ze te gaan zoeken. Natuurlijk vond ik ze niet en ik besloot wat zijstraatjes in te gaan. Geweldig was dat. Werkplaatsjes waar ze met een krik ijzer bogen, met oude beitels en houten blokschaven werkten en alles met de hand zaagden. Ik kwam op een marktje en waande me in het jaar 1800. En ik had geen camera bij me!!!! Ik kwam nog langs wat busstations waar vieze oude bussen stonden die nog gewoon in gebruik waren. In Nederland zouden die de weg niet op mogen. Inmiddels had ik al een tijd door de regen gelopen en werd ik staande gehouden door een jongeman, een tuktuk bestuurder. We raakten aan de praat en hij vertelde dat hij in Nederland gewoond had. Hij was getrouwd en zijn vrouw werkt als dienstmeisje bij een familie in Saoedi Arabië. Ik moest denken aan al die verhalen die je daarover hoort, maar zij zat bij een goede familie. Volgend jaar komt ze definitief naar huis. Het was een vergissing geweest om terug te gaan naar Sri Lanka maar hij probeerde wel wat op te zetten, taxibedrijf, sleepbedrijf en een eenvoudige b&b. Hij had wat problemen met de it en hij vroeg mij hem te helpen. We gingen naar een internetcafé. Zijn hotmail probleem werd opgelost en toen gingen we kijken hoe zijn guesthouse beter zichtbaar kon worden op internet. De url (internetnaam) was niet geschikt dus heb ik een gratis verwijzing voor hem aangemaakt met de naam www.guesthouseanuradhapura.tk. Vervolgens moest hij nog te vinden zijn en ik vond voor hem een site waar hij gratis kon adverteren. Dit alles nam toch zo’n 2½ uur in beslag en na hem nog wat simpele bedrijfseconomische adviezen gegeven te hebben bracht hij me naar het hotel. Hij stond er echter op met mij iets te gaan drinken als dank. Eerst even naar het hotel om tegen Lucia te zeggen wat ik ging doen en toen met hem naar zo’n knijpje waar alleen de plaatselijke bevolking komt om te eten en drinken ergens in een achterafstraatje. Wat een zooitje. Geweldig was het. Had ik weer geen camera bij me. Ik moest en ik zou twee cola’s drinken. Zelf nam hij een biertje en kocht twee sigaretten. Betalen mocht ik niet. Wat een ervaring! Hij bracht me naar het hotel en zei dat hij de volgend morgen gedag zou komen zeggen. En of ik een T-shirt voor hem had. Ik had er wel twee voor hem als hij even wilde wachten en ik gaf hem meteen een paar pennen, die hij als ‘businessman’ wel zou kunnen gebruiken. Toen ik hem die gaf stond er een Pool met een rugzak. Ik bezorgde Mohamed zijn eerste klant en een taxirit. Ik vertelde de Pool dat hij hem wel kon vertrouwen en dat hij hem eenpersoonskamer aanbood met ontbijt voor €10,-. Mohamed zou de volgende ochtend toch gedag komen zeggen want hij wilde Lucia de hand schudden maar ik denk dat hij het te druk had met het ontbijt voor zijn eerste gast. We zouden vandaag naar Pollonaruwa gaan, maar eerst moest er nog op een olifant gereden worden. Wij hadden dat al vaker gedaan dus wij deden dat niet. Een van de jongemannen die daar rondliepen had ons onder valse voorwendselen mee weten te lokken maar we kregen niet te zien wat hij beloofde dus bleef zijn vergoeding beperkt tot 200 roepies. Onderweg zagen we schildpadden, kameleons en natuurlijk de olifanten met de mensen van onze groep daarop. En nu op naar Sigiriya een van de hoogtepunten van de reis, de beroemde Leeuwenrots met aan de voet de enorme leeuwenpoten. Boven de ingang heeft ooit nog de leeuwenkop geprijkt.
Op de Leeuwenrots is ooit een paleis gebouwd waarvan de resten nog te zien zijn. Het was tegelijkertijd een schier onneembaar fort, want het is een enorme klim naar boven over smalle steile trappen. Er was indertijd een heel goede infrastructuur en er waren landerijen rondom voor de voedselvoorziening voor de koning en zijn gevolg en voor de bevolking. Het bouwsel stamt uit het jaar 500 AD. Als je dan ziet hoe de watervoorziening in die tijd geregeld was en wat ze konden bouwen, ongelooflijk.
|
|